Kopenhagen bestaat natuurlijk niet alleen uit het
Tivoli. Een prachtige stad met een rijke historie en toch allemaal binnen
redelijke loopafstand.
Geschiedenis
Sinds alle tijden is deze plaats bewoond geweest door vissers, die door
de goede ligging en de kalme wateren beschermd werden. Voor het ontstaan van de
stad werd de plaats Havn genoemd wat haven betekent. In 1167 bouwt bisschop
Absalon er een fort, welk snel een strategische sleutelpositie innam in de
strijd van Koning Valdemar om de Deense invloed in de baltische regio ten
opzichte van de Duitse Hanzesteden te vergroten. Bisschop Absalon wordt gezien
als stichter van de stad, welke origineel 'Købmændenes Havn' (Koopmanshaven)
heet en in de loop der tijd is verbasterd tot København. Waarom het in de rest
van de wereld Kopenhagen (i.e. Copenhagen) wordt genoemd is mij
een raadsel.
In 1343 wordt de stad nog belangrijker als Koning Valdemar Atterdag er zijn
residentie maakt en het tot hoofdstad van zijn koninkrijk maakt. De stad lag
toen in het midden van het rijk dat zich ook uitstrekte tot over de Sont waar nu
Malmø (Zweden) ligt. Door de nieuwe status van de stad was deze natuurlijk ook
een bedreiging voor de Duitse Hanze. In 1368 werd de stad door de Duitse Hanze
met de grond gelijkgemaakt. De stadsmuren, torens en huizen werden echter weer
snel herbouwt en Kopenhagen groeide weer snel uit tot een van de meest
florerende steden van Scandinavië.
Een tweede grote boost voor de ontwikkeling van de stad was tijdens de
regeerperiode van koning Christian IV (1588-1648). Hij was de bouwer van onder
andere de Beurs en de Ronde Toren (als astronomie observatiepunt gebouwd), de
uitbreiding van de stad met Christianshavn en Nyboder als ook het Rosenborg Slot
wat hij torpedeerde als zijn meest favoriete fort waar hij in 1648 stierf.
Christian IV is een van de meest populaire vorsten van Denemarken. Niet alleen
vanwege zijn bouwlust, maar ook zijn voorliefde voor de Deense marine. Hoewel
hij de meeste oorlogen die hij aanging verloor.
In 1658 belegeren de Zweden Kopenhagen. Het beleg duurt enkele maanden en wordt
uiteindelijk afgeslagen. Als gevolg van deze oorlog echter verliest het
koninkrijk wel de overzeese gebieden (over de Sont) aan de Zweden. In de 17e
eeuw wordt nog het Citadel (Kastellen) gebouwd om de ingang van de haven te
beschermen. De stad wordt nog uitgebreid met Kongens Nytorv (Nieuwekoningsplein)
en Nyhavn kanaal. Nyhavn moest het water dichter het plein brengen om zo de
handel te bevorderen.
De 18e eeuw wordt gekenmerkt door een serie van catastrofes. In 1711 en in 1712
wordt de stad getroffen door een pestepidemie die de bevolking met een derde
reduceerde. Daarna werd de stad geteisterd door twee grote branden, die grote
gedeelten van de stad in de as legden. Vandaar dat er ook niet veel gebouwen van
voor de 18e eeuw meer te vinden zijn in Kopenhagen. Tot overmaat van ramp wordt
in 1801 de stad door Nelson aangevallen. In 1807 wordt de stad drie dagen lang
hevig gebombardeerd door de Engelsen om te voorkomen dat de Deense vloot in
handen van Napoleon valt. Ondanks alle tegenslag ziet de stad in het midden van
de 18e eeuw het ontstaan van het adelijk district rond het paleis Amalienborg,
welke vanaf dat moment de officiële residentie van het Deense Koningshuis werd,
sinds de brand in 1795 het Christiansborg had verwoest.
Het verlies van de vloot en de aanvallen vanuit de zee maakte het land in 1813
bankroet. Een jaar later maakte Noorwegen zich los van Denemarken. Noorwegen had
de laatste 400 jaar deel uitgemaakt van het Deense Koninkrijk. Toch wist
Kopenhagen zich aan alle ellende te ontworstelen en de stad bloeide en floreerde
in de eerste helft van de 19e eeuw. Dit wordt nu nog steeds gezien als de Gouden
Eeuw voor Kopenhagen. De eeuw waarin kunst en wetenschap een grote plaats
innamen. Natuurlijk ook de tijd van de grote Deense schrijver Hans Christian
Andersen. In de 19e eeuw groeit de bevolking van Kopenhagen explosief onder
invloed van immigratie en industrialisatie. In 1872 worden de stadsmuren
afgebroken om de stad te kunnen laten groeien.
Tijdens de Eerste en de Tweede Wereldoorlog blijft Denemarken neutraal (hoewel
het land van 9 april 1940 tot 5 mei 1945 door Duitsers is bezet). Vlak voor het
einde van de WOII, in 1944 verklaart IJsland zich onafhankelijk en maakt zich
los uit het Deense Koninkrijk.
Op dit moment wonen er ongeveer anderhalf miljoen mensen in Kopenhagen op een
oppervlakte van 540 km².